‘Ik wil je even zeggen dat ik het goed vond, dat je zei dat het belangrijk is, dat we in Nederland oog blijven houden voor de gelijkwaardigheid van man en vrouw’. Verheugd kijk ik in twee helderblauwe ogen van een wat oudere man; altijd fijn om bevestiging te krijgen, nie’waar? ‘Want met al die moslims in Nederland gaan we een grote stap terug zetten, zeker wat de positie van vrouwen betreft. Sowieso gaan we terug in alles, ook in de economie met al die vluchtelingen. Al die buitenlanders die maar kinderen blijven maken en wij moeten er voor opdraaien. Die rotzooi maakt kapot wat onze voorouders in eeuwen hebben opgebouwd. Nou ja, die rotzooi, dat neem ik terug, ik  bedoel die buitenlanders, die vluchtelingen en al die Turken en Marokkanen enzo.’ Ik kijk de man aan en verdriet, irritatie en mededogen gaan van binnen een strijd met elkaar aan. ‘Mijnheer, de manier waarop u over mensen praat, daar heb ik moeite mee. Ik word er verdrietig van’, zeg ik. ‘Ik zei toch dat ik dat van die ‘rotzooi’ terug genomen heb’, verdedigt de man zichzelf. ‘Ja´, zeg ik, ‘dat hebt u teruggenomen. Toch blijf het voor mij pijnlijk aanvoelen dat u zo over uw medemens denkt en praat’. 

Dit gesprek vond plaats na een interactieve lezing van Jurriën Rood voor de vrienden (vaste bezoekers/cursisten) van de ISVW. Dit is de Internationale School voor Wijsbegeerte, die als missie heeft filosofie te bevorderen. Een plek dus, waar denken en denken over denken centraal staat en waar de meeste bezoekers zichzelf als weldenkend beschouwen.

Pegida
Jurriën Rood heeft studie gemaakt van Pegida (Patriottische Europeanen tegen Islamisering van het Avondland) sinds de opkomst ervan in Dresden in 2014. Zijn boek hierover heet De kwestie Pegida. In Duitsland heerst(e) het politiek correcte denken nog; alles wat enigszins naar extreem-rechts riekt, is direct besmet. Aanhangers van Pegida werden gediskwalificeerd als ‘eng’ en er werd nauwelijks tot geen inhoudelijk gesprek gevoerd over de boodschap die Pegida probeerde uit te dragen.

Aanval op Europa
Wij hebben in Nederland het politiek correcte denken en spreken intussen wel ver achter ons gelaten. Als ik enige nuance probeer aan te brengen in het publieke debat, word ik een landverrader, NSB’er, een policor trut of minimaal naïef genoemd en soms krijg ik een enkeltje Raqqa aangeboden. Intussen wordt er ook hier nog steeds nauwelijks een werkelijk inhoudelijke dialoog gevoerd over de ontwikkelingen in ons land en in Europa. Er komen grote groepen vluchtelingen naar Europa, die andere culturen meebrengen. Er zijn aanslagen gepleegd op Europese bodem door terroristen, die zeggen dit te doen vanuit islamitische motieven. Er is bij veel Europeanen steeds meer weerstand tegen de macht van ‘Europa’ en behoefte aan nationale profilering. Er wordt gesproken over de bedreiging van ‘onze’ Joods-christelijke waarden, welke dat ook mogen zijn. Kortom; serieuze ontwikkelingen, zorgen en angsten, die vragen om een constructieve inhoudelijk benadering.

Jurriën Rood deelt dit sentiment en stelde zichzelf en ons (het publiek die middag) de volgende concrete vragen:

Worden ‘wij’ bedreigd als westerse samenleving, door wie en wanneer?

Welke grondslagen van de westerse beschaving zou u willen beschermen?

Publieke dialoog
In mijn ogen zijn dit hele relevante vragen waar we een publieke dialoog over zouden moeten voeren met elkaar. Rood nodigde ons uit dit in een kwartier te doen tijdens zijn lezing. Acht medevrienden van de ISVW en ik spraken over grondslagen en waarden van de westerse beschaving. In mijn groep werden genoemd: Gelijkwaardigheid, Vrijheid, Verdraagzaamheid, Veiligheid en Solidariteit. Mooie woorden – en makkelijk opgeschreven -, die pas werkelijk betekenis krijgen door erover te praten en door ze in je handelen tot uiting te brengen.

Iedereen wil gehoord worden, weinigen willen luisteren
Helaas heb ik zo’n gesprek niet meer gevoerd met de man waarmee ik deze blog ben begonnen. De bijeenkomst liep op zijn einde en ik wilde naar huis om op tijd terug te zijn voor mijn dochter. Zij is een van de redenen dat het mij zo aan het hart gaat wat er gaande is in Nederland. Ik gun haar een vrij en veilig leven nu en in de toekomst. De manier waarop mensen momenteel reageren op elkaar en op de de door hen ervaren bedreigingen, ervaar ik als een bedreiging op zich. Het publieke debat wordt steeds agressiever en radicaler. Iedereen wil gehoord worden, maar de bereidheid om naar elkaar te luisteren blijft daarbij ver achter.